Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen]

[Terug naar gegevens en bronnen]      [Home]

Gegevens en bronnen


Beknopte geschiedenis met betrekking tot de (erf)opvolging van het graafschap Holland en de Lage Landen.

Gerekend vanaf de dood van Floris V (1296) tot koning Willem I der Nederlanden (1815)


De enige zoon van Floris V en Beatrijs van Vlaanderen, Jan I, was ziekelijk en stierf al op jonge leeftijd (1299). Hij was maar 3 jaar graaf en daarmee was hij de laatste graaf uit het Huis van Holland. .Hij werd opgevolgd door Jan van Avesnes (Jan II), graaf uit het Huis van Henegouwen.
In 1304 werd Jan II opgevolgd door Willem III. Ook wel Willem 'de Goede' genoemd.
Willem III, werd door graaf Willem IV opgevolgd, die tijdens een grootscheepse expeditie tegen de Friezen (slag bij Warns, 1345), sneuvelde. Omdat Willem IV geen wettige opvolger had, kreeg zijn zus: Margaretha van Beieren, de titel van gravin van Holland en Zeeland. Margaretha was getrouwd met de Duitse keizer Lodewijk IV van Beieren. Door het uitbreken van protesten werden zij en Lodewijk in moeilijkheden gebracht, waarna zij het graafschap Holland en Zeeland in 1346, tijdelijk afstond aan haar 13-jarige zoon Willem V, als stadhouder. Tot 1350, toen Margaretha hem uit deze functie ontsloeg. Margaretha en Willem kwamen in conflict, waardoor ze de strijd aanbonden om het graafschap Holland, dat het begin inluidde van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Het was in die tijd normaal, dat men een standpunt innam dat werd bepaald door opportunisme, zonodig liep men over naar de tegenpartij als dat meer voordeel opleverde.
Willem V werd in 1354 de eerste Hollandse graaf uit het Huis van Beieren, doch regeerde maar kort, maar zag nog kans om de 'Hoeken' uit Holland en Zeeland te verdrijven. Hij werd krankzinnig zodat het regeren werd overgelaten aan zijn broer (hertog) Albrecht (1358-1404). Toen de maîtresse van Albrecht, Aleid van Poelgeest werd vermoord, werd hij fanatiek 'Kabeljauws'. Zijn zoon Willem VI (1404-1417) kiest echter weer de kant van de 'Hoeken'. Uiteindelijk werd hertog Albrecht toch opgevolgd door Willem VI. Jan van Beieren (Jan III) was op zijn beurt weer de (tijdelijke) opvolger van Willem VI. Maar Jan werd op slinkse manier vergiftigd door zijn vijanden, waarna de dochter van Willem VI, Jacoba van Beieren de bezittingen van Holland en Zeeland verkreeg.
Jacoba van Beieren voerde oorlog met Philips van Bourgondië (Philips de Goede), waarbij zij de boeren uit Kennemerland op haar hand had. De boeren werden geplaagd door plunderingen, misoogsten en hoge belastingen. Philips de Goede won de oorlog en Jacoba moest haar bezittingen van Holland en Zeeland afstaan. Philips de Goede werd in 1433 de eerste graaf uit het Huis van Bourgondië.
Na Philips de Goede verscheen Karel de Stoute als heerser over het graafschap Holland, die op zijn beurt weer werd opgevolgd door zijn dochter Maria. Vanaf 1483 regeerde Jan van Egmond als stadhouder van Holland en Zeeland, in naam van keizer Maximiliaan van Oostenrijk, de eerste graaf van Holland uit het Huis van Habsburg. In 1488 werd door de keizer van het 'Heilige Roomse Rijk, Frederik III, Albrecht III van Saksen (1443-1500) tot stadhouder van de Nederlanden benoemd.
De hongeropstand van de Westfriese en Kennemer boeren (1491-1492) is beter bekend als de opstand van het Kaas en Broodvolk. Deze opstand werd, onder verantwoordelijkheid van Albrecht van Saksen, bloedig neergeslagen waarbij diverse leiders van de ze opstand hun leven eindigden op het schavot.
Het graafschap Holland was in 1482 overgegaan als onderdeel van het grote Habsburgse rijk, waarvan de kern zich in Spanje bevond. Maximiliaan van Oostenrijk (van Habsburg) kreeg het gezag over het graafschap Holland en na hem Philips van Habsburg (van Oostenrijk, Philips I). De zoon van Maximiliaan en Maria van Habsburg, Karel V kreeg de volgende erfenissen: hij werd keizer van Duitsland, koning van Spanje en heerser over Holland.
Dat Holland steeds een onderdeel was van een ander rijk zoals, in de 16e eeuw, van het Habsburgse rijk, was op zich geen probleem, als er maar niet werd getornd aan de macht van de Hollandse stadsbestuurders en andere plaatselijke heersertjes, die allemaal hun eigen schaapjes op droge hadden, met allerlei privileges en rechten. Het Habsburgse rijk was zeer groot en kon zich dit soort zaken niet veroorloven. Men wilde meer bestuurlijke en politieke structuur. Dit was natuurlijk tegen de zin van de plaatselijke bestuurders. Het conflict dat zo ontstond was één van de redenen tot het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog. De Beeldenstorm van 1566, tijdens de opkomst van het protestantisme, was het begin. Het Spaanse leger, onder leiding van de hertog van Alva, wist de rust te herstellen, maar in 1572 brak de strijd echt los.

Karel V trad af in 1555 en werd opgevolgd door zijn zoon Philips II, die zowel machthebber in Spanje als in de Nederlanden was (en daarmee graaf van Holland). In 1559 werd Willem van Oranje stadhouder van Holland. Na zijn tijdelijke vlucht in ballingschap, werd Bossu in zijn plaats aangesteld. Op zee werd de opstand voortgezet door de Geuzen, die vanaf 1569 de kustplaatsen van Holland en Zeeland plunderden. Ze roofden bezittingen en doodden de geestelijken.....


In 1579 werd de Unie van Utrecht getekend en in 1581 werd Philips II niet meer als vorst erkend (Placaat van Verlatinghe). Omdat er geen heerser meer was, vond men het nodig om op zoek te gaan naar een vervanger: een soort 'interim'-machtshebber. Dat werd uiteindelijk een engelsman; Robert Dudley, de graaf van Leicester.
Uiteindelijk waren de Staten van Holland niet echt blij met hem, vanwege zijn starre opvattingen inzake de handelsvrijheid met Spanje. In 1573 werd Alkmaar belegerd door de Spanjaarden, hetgeen mislukte ('Bij Alkmaar begint de Victorie'). In 1584 vond de moord op Willem van Oranje plaats. Maurits, graaf van Nassau werd in 1585 stadhouder van Holland en Zeeland. De graaf van Leicester kreeg de landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt tegen zich, die een Engels complot ontdekte. Leicester wist daar niets vanaf maar ging uiteindelijk toch in 1587 terug naar Engeland. In 1588 belegerde Maurits Medemblik. Holland vormde zich om tot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.......
De Tachtigjarige oorlog was in 1648, met de Vrede van Munster, ten einde. Een nieuw tijdperk brak aan. Ondertussen was, op het gebied van handel, cultuur en wetenschap, een belangrijk periode van de Nederlandse geschiedenis aangebroken, die bekend staat als de 'Gouden Eeuw'. Het was de tijd van de VOC, de WIC, alsmede de beroemde Nederlanders, Rembrandt, Huygens, van Leeuwenhoek en vele anderen. In 1672 kreeg de Republiek der Verenigde Nederlanden twee oorlogsverklaringen: één van Engeland en één van Frankrijk. De oorlog met Engeland eindigt in 1674 en die met Frankrijk in 1678.....
Met de dood van stadhouder Willem III in 1702 brak het stadhouderloze tijdperk aan. Een verandering aan het einde van de 17e eeuw, waarbij de welgestelden zich uitdosten met dure kleding en pruiken. De 18e eeuw staat dan ook bekend als de Franse tijd of Pruikentijd. In 1747 vielen Franse troepen de Republiek der Nederlanden aan en maakten daarmee een einde aan het stadhouderloze tijdperk. In 1785 kwam er een eind aan de oorlog met Frankrijk, maar in 1794 vielen Franse troepen de Republiek weer aan, en..... de Republiek der Verenigde Nederlanden kreeg een andere naam: de Bataafse republiek (1795).
De Bataafse Republiek werd in 1806 omgezet tot het Koninkrijk Holland. De broer van Napoleon: Lodewijk Bonaparte werd koning. In 1810 vertrok Lodewijk, terwijl het Koninkrijk Holland werd ingelijfd door het Franse keizerrijk. Nadat Napoleon bij Waterloo werd verslagen, trokken de Franse legers uit Holland weg. De oudste zoon van de vroegere stadhouder Willem V zag zijn kans schoon. In 1815 riep hij zichzelf uit tot koning Willem I, waarmee het Koninkrijk der Nederlanden een feit was geworden..

[Home]