Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen]

[Terug naar inhoud artikelen]      [Home]

Diverse artikelen met betrekking tot de West-Friese dwangburchten en kastelen


Wat is bekend over het uiterlijk en de ligging van de Torenburg?

Een poging tot een reconstructie


(Update 26-06-2020)

Een romantische visie op het kasteel de Torenburg in Alkmaar

Hoe het kasteel eruit zag, was ook al de vraag voor de 19e eeuwse schrijvers Van Lennep en Hofdijk. Zij gaven een (geromantiseerde) beschrijving van het kasteel. Deze beschrijving was vol stelligheid. Er worden kenmerken aangehaald op zo'n manier alsof zij het kasteel en het interieur zelf hebben gezien. Zo vermelden zij dat de Torenburg werd gekenmerkt door vijf torens. Het slot zou omgeven zijn door drie grachten. De overgang van iedere gracht zou door een versterkte poort gaan. Ook spreken de schrijvers over andere bijzonderheden: de zware sterke muren en de ruime zalen en vertrekken.

Afbeelding: De Torenburg. Litho van P.W.M. Trap: (1854)
In: J. van Lennep, W.J. Hofdijk; Merkwaardige kasteelen in Nederland.
"....Wanneer men de overlevering, door vroegere Alkmaarsche schrijvers geboekt, gehoor mag geven, dan moet Torenburcht aanvankelyk van drie grachten omgeven zijn geweest, waarvan de overgang telkens door eene versterkte poort werd beschermd. Het kasteel had twee ingangen: één naar het westen of de Kennemer,en één naar het noorden of de Friesche zijde. De muren waren zwaar en sterk, en vol vertrekken, geschikt tot het bergen van krijgslieden. Van de vijf torens stonden er twee voor, twee ter zijde, en één achter aan den wal. Op den hoogsten toren vond men een ijzeren baken, geschikt om vuur in te stoken, wanneer eenig naderend onraad by nacht noodzakelyk maakte om het noodsein te geven. Boven de poort van den hoofdingang, naar de zijde van den dijk, stond in 1354 nog een gehouwen Bentheimer steen, van boven rondvormig, waarin een burcht, het oude stedewapen, op doodshoofden staande en van eenig gothiesch letterschrift omgeven, zichtbaar was. Behalven de ruime zalen en vertrekken, bevond zich binnen het kasteel ook nog eene kapel. Hier en daar waren vercieringen door halve steenen beelden aangebracht; en dat het gebouw in 1351 nog tot in de geringste byzonderheden onderhouden werd, blijkt uit een vergulden weêrhaan, die dat jaarmerk droeg. De diepe buitengracht was aan de oostzijde tot eene vaart verlengd, langs welke de krijgskoggen geschikte gelegenheid hadden om zoowel de Swin- als de Voormeir in te stevenen, zoodat geheel West-Friesland ten allen tijde voor de Grafelyke benden open lag, en even gemakkelyk te water als te land besprongen kon worden.
Ten zuiden van het kasteel werd eene vruchtbare plek gronds geschikt gemaakt voor een warmoeshof, en gedeeltelyk met boomen en bloemen beplant, tot een vergier of speeltuin voor den Slotvoogd en diens gezin. Deze plaats, die, even als een gedeelte van den grond des kasteels zelf, sinds lang binnen de stad getrokken is, draagt nog altijd den naam van Kooltuin......"
(Lit. 2)

Een detail van het oudste stadszegel van de stad Alkmaar uit 1299. Een afbeelding van de Torenburg?
Een detail van het oudste stadszegel van de stad Alkmaar uit 1299. Een afbeelding van de Torenburg?
(Lit. 9)
Het uiterlijk van de vermeende grondslagen van de Torenburg.
(Lit. 9).
De originele afbeelding van de plattegrond uit 1835 vindt u hier.
E.H.P. Cordfunke wijst er op dat Van Lennep en Hofdijk hun gegevens hebben gebaseerd op een beschrijving die zij vonden in een manuscript van de Oudorpse notaris Jan Croll uit 1749. Croll had dit weer overgeschreven van een ouder handschrift, dat hij had aangetroffen in de verzameling-Eikelenberg. In dit handschrift staat niet alleen een beschrijving van het kasteel, maar maakt ook melding van een aantal voorwerpen die afkomstig zouden zijn van de Torenburg, waaronder een vergulde weerhaan met het jaartal '1351' dat op één van de torens zou hebben gestaan. Ook spreekt men van een grote Bentheimer steen, van boven rond, waarin het wapen van Alkmaar uitgehouwen was. Deze steen had in de tijd van Croll een plaats gekregen boven de deur van de stadstimmerwerf.
Croll zegt, dat in hetzelfde oude handschrift, een verwijzing staat naar Nannius1. Deze Nannius beweerde dat in zijn tijd (1528) de fundamenten van het slot gezien konden worden toen Alkmaar werd omringd wallen en grachten. (Lit. 9)

Een afbeelding van de Friese Buitenpoort. Volgens een oud manuscript zou het uiterlijk gebaseerd zijn op die van de Torenburg
H. Tavenier: De Friese Buitenpoort (1787). Volgens een oud manuscript zou het uiterlijk gebaseerd zijn op die van de Torenburg.
(Regionaal Archief Alkmaar, PR 1000711)
Het oude handschrift bevat nog een zeer opmerkelijk bericht, waarin een beschrijving staat van het uiterlijk van de Torenburg ten tijde van graaf Willem II (de vader van Floris V):
"...Anno 1234 heeft graaf Willem (Willem I), graaf Dirks broeder, op desen borg zijn hof gehouden, zijnde toen een ronde toren daarna door koning Willem (=Willem II) tot een vierkante burcht gemaakt, hebbende op elke hoek een toren, als nu de Friese Poort nog is. De meeste steen is Duyvensteen geweest..."

Deze gegevens zijn helaas niet controleerbaar. Het originele oude manuscript waaruit Croll zijn gegevens haalde bevond zich niet meer in de verzameling-Eikelenburg. En dat is jammer want het verdwenen document verwijst naar oudere bronnen die in onze tijd onbekend zijn. (Lit. 9)

Wat zijn de feiten?

Eerst moeten wat zaken omtrent deze oude vermeldingen op een rij worden gezet.

  1. De vergelijking met de Friese Poort duidt er op dat het document na 1617 is opgetekend. In dat jaar werd deze poort namelijk gebouwd.
  2. Op de oudste stadszegel van Alkmaar (1299) zien we een grote toren achter een muur met aan weerzijde twee torens. Als deze afbeelding de Torenburg voorstelt, kunnen we dit eveneens interpreteren als: een grote toren omringd door een muur met op elke hoekpunt een toren. Gezien het gebrek aan ondersteunende gegevens, moeten we dit laten wat het is, een hypothetische veronderstelling.
  3. Het gebruik van 'duyvensteen' of 'duifsteen'=tufsteen: er zijn meldingen van de vondst van funderingen van tufsteen. Een bericht uit 1660 meldt:

    "Doen de gragten verdiept wierden beoosten de Vriesepoort en bolwerk zijn nog veel swaare dikke fondamenten van duyfsteen gevonden, uitgegraven en verkogt. Bezuiden dit slot (= Torenburg) lag een groote kool- en warmoestuin voor de kasteleinsfamilie met een speeltuin. Van dit slot is niet dan eenige halve beelden, een oude weerhaan en de naam overig, als het water de Kooltuin, loopende van de Dijk tot het Luttikoudorp, en Toornburg een straat achter hetzelve." (Lit. 220)

    Gebruik van tufsteen kan inderdaad wijzen op een hogere ouderdom.
  4. Het jaartal 1234 is onjuist. Graaf Dirk VII overleed in 1203 en zijn broer Willem I in 1222. Dat "hofhouden" had dus plaats moeten vinden tussen 1203-1222 en niet 1234. Misschien moet dit 1204 zijn.(Lit. 218). In de Annalen van Egmond is geschreven dat de vrouw, de zuster en moeder van graaf Willem I in een huis in Oudorp (Althorp) verbleven. (Lit. 203)
    Was dit de voorloper van de Torenburg waar de familie van Willem I verbleef?2 Dit verblijf zou dus te maken hebben gehad met de strijd tegen zijn nicht Ada, de enige dochter van graaf Dirk VII (Loonse oorlog).
  5. Het is bekend dat graaf Willem II en zijn zoon Floris V hun best deden tot het moderniseren van kastelen. Met name de bouw van burchten met een vierkant grondplan.

Wel een fundering, maar geen kasteel!

Bij het werk aan het Noord-Hollands Kanaal in 1835 moest ook het toenmalige bastion en de Friese Poort verdwijnen. Bij het graven werd ter hoogte van de Herenstraat enkele funderingen blootgelegd, waarvan men veronderstelde dat deze aan de Torenburg toebehoorden. Naast de fundamenten van muren en torens, vond men divers paalwerk en beschoeiing, alsmede huisraad, schedels en wapentuig. Op de plattegrond zien we muren van ca. 1 meter breed en twee zware torens met een uitwendige middellijn van ca. 7,5 m. We zien in een oogopslag de onregelmatige vorm van het funderingstelsel. Dit is in tegenstelling met de eerder genoemde veronderstelling van een vierkante burcht. Ook lijken er een aantal bouwfasen te zijn, deze zijn zichtbaar in het zuidelijke gedeelte. Het centrale deel doet overigens denken aan de resten van een poortgebouw met twee hoektorens (barbacane?).
Aan de houten beschoeiing aan de westkant kunnen we afleiden dat de blootgelegde funderingen aan het water grensde.
Het idee dat deze muurresten van de Torenburg zijn, is nu herzien. Het is na onderzoek aannemelijk geworden dat de gevonden funderingen afkomstig zijn van de oudste Friese Poort, die in 1528 gereed was gekomen.(Lit. 218)

De (ondertussen verdwenen) funderingen die aan de Torenburg werden toegeschreven, geprojecteerd in de huidige situatie, de oriëntatie van het stelsel blijkt achteraf niet correct te zijn.
(Tekening: E.H.P. Cordfunke)(Lit. 9)
A. Rademaker: Fantasie penseeltekening van de Torenburg (1730): "'t Kasteel Toornenburg"..."lag oudstijds in Westfriesland bij Alkmaar".
(Regionaal Archief Alkmaar, PR 1000793 )

Over de omvang van het terrein, en de positie van de Torenburg

Volgens Cordunke is het mogelijk om een idee van de omvang van het terrein van de Torenburg te benaderen. Het gebied bestond in ieder geval uit twee delen: (Lit. 9)

Hoog-Torenburg werd in 1528 tijdens de aanleg van het verdedigingswerk (stadswallen en grachten) van Alkmaar doorgraven, hierdoor kwam een deel van Hoog-Torenburg binnen de veste van Alkmaar te liggen, waaronder de "kooltuin". Deze grond werd spoedig bebouwd.

De zuidelijke begrenzing van Hoog-Torenburg.

Van oorsprong lag de Torenburg ten noorden aan het Voormeer. Het huidige straatje Torenbrug lag op de bedijking van dit meer en geeft zo de zuidelijke begrenzing van Hoog-Torenburg aan.

De oostelijke begrenzing van Hoog-Torenburg.

Volgens E.H.P. Cordfunke is deze terug te vinden op de kaart van Drebbel van de stad Alkmaar uit 1597. Deze begrenzing is aangegeven met een banpaal. In de 17e eeuw is deze grens verdwenen.

De noordelijke begrenzing van Hoog-Torenburg.

De ligging daarvan is af te leiden uit een document van 17 sept. 1577, waarin melding wordt gemaakt dat de stad Alkmaar enkele roeden van Hoog-Torenburg afneemt ten behoeve van een blokhuis buiten de Friese Poort

De afmetingen tussen de vastgestelde begrenzingen zijn kleiner dan 2 morgen (ca. 1,5 morgen).

Ook werd tijdens archeologisch onderzoek in 1969 de oostelijke grens van de "kooltuin" teruggevonden. Men trof namelijk resten van een beschoeiing aan.(Lit.9)

Laag Torenburg grensde aan Hoog Torenburg. Deze werd door sloten begrensd zoals aangegeven op de kaart van Louris Pieterz. uit 1573, maar ook op de plattegrond van Jacob van Deventer (ca. 1560).

Enkele kenmerken met betrekking tot Hoog Torenburg op de kaart van Drebbel (1597), zoals dat door Cordfunke is aangegeven.

Hoog- en Laag Torenburg op de plattegrond van Jacob van Deventer (ca. 1560), zoals dat door Cordfunke is aangegeven.

Over de exacte locatie van het kasteel valt helaas nog steeds weinig te zeggen. Volgens het archeologisch verslag door de stadsarcheoloog P. Bitter uit 2010, is er een proefsleufonderzoek gedaan aan de noordzijde van de Friese brug, met als doel om tot meer inzicht te komen. Desondanks is er nog steeds geen eenduidig uitsluitsel over de locatie. Voorlopig houdt men erop dat de resten van het kasteel geheel in het Noordhollands Kanaal is vergraven.(Lit. 218)

Een relaas van Simon Eikelenberg

Tot slot een beschrijving hoe de Alkmaarse historicus Simon Eikelenberg de lokatie beschreef.(Lit. 158)

"Van de Driesprong af strekt zig langs den Omloop, een stukweegs na de Zwijnmeir , 't veldt, Hoog-Torenburg genoemdt. Het vertoondt zig eene voet boven den Zomerpeil, en zigtbaar genoeg, 't beloop van 't Slot, daar weleer getimmerdt; in zulker wijze, dat de Beschouwer niet laaten kan zig in te beelden, in den begraasden grondt, den plaats van de grondvesten der Torens, een gedeelte van den kring der Graften te zien. Een gedeelte, zeg ik, want zulx blijkt uit de grondspeuren; en de Gedenkschriften zeggen, dat een gedeelte is vernietigdt door het delven der Graft en het bouwen der Vesting, binnen welke egter de Straat het Torenburch nog den naam bewaardt, en een stuk grondts, eer 't betimmerdt wierdt, klein Torenburg pleegte heeten. Beide, zoo ik agte, dus genaamdt, omdat de omtrek der Burg zig tot daar aan toe uitbreide; vertoonende de speuren van zijne Graft een stuk van eenen kring, van welke de middellijn wel tot zoo verre zoude reiken.
Ook hebbe ik, by 't verbouwen eener wooning in de Straat het Torenburg, zien sloopen eenen brok muurs, opgehaaldt van steenen, even eens als anderen my uit de puinhoopen der Sterkte ter hand gekoomen; hoedanige men ontrent den tydt zijner bouwing, nooit, zoo ik agte, daar na, heeft gebakken.
De Buurte de Kooltuin grenst aan de zuidwestkant van den grondt van het Torenburg; desgelijks doet ook de bodem van het Luttikoutdorp. Dat de Koolhof der Sterkte op de plaatze van de Kooltuin, en Luttikoutdorp eertijds, ver buiten Alkmaar, een kleiner samenwooning van menschen, dan Outdorp, geweest is, zeggen de Overleveringen, die ik niet zie waarom men in dit geval geloove kan weigeren."

"Duurende de toerustingen tot deezen oorlogstogt, in dit zelve Jaar twaalhonderdt vyf en vyftig, werd 'er op Koninglijk beveel oostwaard van Alkmaar, een Slot gebouwdt, dat de naam Torenburg wierdt toegeëigendt, zoo men zegt, ter geheugnis van 's Vorsten toorn tegen de Vriezen.
Tusschen den grondt, daar op de buurten van Alkmaar zig verspreiden, en den Burgt lag doe ter tijdt eene streek Landts, maar een weinig booven 't gemeene Zoomerwaater verheeven; derhalve moerassig, week by gemeen Ty, onbegangbaar by den winter. Die delling strekte zig van, daar nu de Paardesteeg legt, tot verder Oostwaardt, dan 't veldt Hoogtorenburg; gelijk af te meeten is uit de gedaante van 't overschot, heden buiten den ring der Vesten tusschen de Oude Hoornsche Vaart en de Zwijnmeir begreepen.
Over zulx, om noodigen toegang tot de Sterkte te hebben, werdt 'er dwars door den poel heene opgeslaagen een Dijk, die nog heeden gezien en de Dijk wordt geheeten. Van dien Dijk af westwaardt aan wierdt ook teffens een weg gemaakt, die, zeedert tot op deezen dag met den naam Koningsweg bekendt, naar myn oordeel te onregt gezegdt wordt uit het Moeras gemaakt te zyn."


Een fragment van de plattegrond van Alkmaar door Jacob van Deventer (ca. 1560) met de loop van de Munnikenweg in die tijd. De verdedigingsstructuur is met een oranje cirkel weergegeven.
Voetnoten:
1. Petri Nannii, Alcmariani Miscellaneorum; (1548); fol. 248
2. Overigens blijken op een oude luchtfoto sporen zichtbaar te zijn van een ronde structuur, wellicht een oud verdedigingssysteem, pal ten oosten van de Middelburg, aan de Munnikenweg bij Oudorp. De aanvalsroute (Munnikenweg) liep destijds zuidelijk om dit object heen. Het is daarom plausibel dat dit een voorloper van de Middelburg was.(Lit.213)

Geraadpleegde bronnen en literatuur:
(Lit. 9, E.H.P. Cordfunke, p. 90,138-150)
(Lit. 2, J. van Lennep, W.J. Hofdijk (1854), deel I-1, p.83-100)
(Lit.158, S. Eikelenberg, p. 10,11,78,79)
(Lit.203, M. Gumbert-Hepp, J.P. Gumbert, p. 321)
(Lit.213, R. Gruben, en N. de Jong-Lambregts, p. 82)
(Lit. 218, P. Bitter, p. 60-62, 66)
(Lit. 220, W.A. Fasel, p. 61)

[Home]