Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen]

[Terug naar inhoud artikelen]      [Home]

Diverse artikelen met betrekking tot de West-Friese dwangburchten en kastelen


De sage van de Phebustoren van het kasteel de Nieuwburg

Wat zijn de feiten?

(Ben Dijkhuis, Bernd Ooijevaar)


P.van den Berge (1735): Gravure van Jan II van Avesnes (1247-1304). In 1280 graaf van Henegouwen en in 1299 graaf van Holland. Op het voetstuk staat een afbeelding met als ondertekst: 'verwoestende de stad Vroonen'.
(Regionaal Archief Alkmaar, pr1001718)

R. van Persijn (1648): Klok en zegel van Vroonen onder een kruis met opschrift eCCe CadIt Mater frIsIae [is jaartal 1303]. (Om te kunnen lezen, klik hier voor een vergroting). In drie kolommen staat het verhaal van het innemen en de destructie van de stad, waarin het verradelijke aandeel van Phebus (Phobus) wordt besproken.
(Regionaal Archief Alkmaar, PR 1002831)

De naam Phebustoren (Fobystoren, Vobistoren) is al sinds de middeleeuwen verbonden aan één van de torens van de Nieuwburg. Volgens de sage had een zekere Phebus (Jobus, Fobys, Vobis), die burgemeester was van de legendarische stad Vronen, verraad gepleegd aan de Hollanders.
Nadat Floris V vermoord was, kwamen de West-Friezen, hiertoe aangezet door de bisschop van Utrecht, weer in opstand. Eén van de laatste regeringsdaden van Floris' opvolger graaf Jan I was een nieuwe expeditie tegen de opstandelingen.

De sage handelt over de volgende graaf (Jan II), die de stad Vronen niet durfde in te nemen en daarom was overgegaan om een list te gebruiken om dit toch te bewerkstelligen.
Phebus reisde van Vronen naar de Nieuwburg en beloofde voor een som geld 's nachts de poort van Vronen voor de Hollanders te openen.

Dit zou zijn gebeurd op 13 maart 1303. Nadat de stad door dit verraad was gevallen, moesten de verraders samen met graaf Jan de ruïnes gaan bezichtigen. Phebus zou in tranen zijn uitgebarsten bij het zien van de verwoesting en de ellende van de burgerij. Dit was de graaf niet ontgaan. Phebus werd gevangen gezet op de Nieuwburg en daarna onder een toren levend begraven. De betreffende toren zou sindsdien de Phebustoren of Vobistoren worden genoemd......:

"...willende hem zijn verraderlye loonen, gelijk het behoorde, deede hem apprenderen, ende op het Huys de Nieuburg gevangen brengen alwaer hij hem in een Thoorn heeft doen bewaren, ende daer na tot een loon van syne zo schandelijk verradery, onder den thoorn levendig doen begraven: welken thoorn tot gedachtenisse van velen de naem van Phebus thoorn heeft daer van behouden, zoo lang t Casteel gestaen heeft..." (Valcoogh, 17401).

Wat vaststaat is het feit dat er inderdaad een toren heeft bestaan met deze naam. Er bestaan officiële vermeldingen hiervan in omschrijvingen van reparaties in diverse rekeningen uit 1477/8 en 1508. Deze rekeningen tonen aan, dat de omvang van de Phebustoren er één van betekenis was.

In 1557, toen van de Nieuwburg niets anders meer over was dan een ruïne, werd het bezocht door Adriaen van Doedesz., de toenmalige burgemeester van Alkmaar. Naar zijn zeggen had hij zelfs de schedel van het geraamte in zijn handen gehad.

"..Ik heb anno 1557 den zelven Phobus toorn gezien eensdeel opte Ruijnen geweest, die als doen nog zoo genoemt worden......ende wallen, die toegegroeijt waren, medeverhoogt onder allen is daer een hooft met gebeente gevonden digt onder Phobus thoorn, in 't delven, welk ik gezien ende in mijn hand nam, daer op de Huijsluijden ende andere seyden dattet moste zijn 't hooft van Phobus mettet gebeente.."

Geen enkele geschiedschrijver heeft ooit van de gebeurtenis in 1303 melding gemaakt. Bovendien, Vronen was een landstreek met een dorpje, ten noorden van Alkmaar. Een stad Vronen heeft nooit bestaan. De Friezen, die daar woonden, werden ten onder gebracht door felle gevechten, i.p.v. een verrassingslist.

Deze sage is geen verhaal op zich, er blijkt een zelfde soort verhaal te bestaan over de Meursche toren te Didam.

In 1591 maakte de Utrechtse historieschrijver Arnoud van Bucheli een wandeling van Oudorp naar Alkmaar. Toen hij langs de ruïne van de Nieuwburg kwam werd hij geïnspireerd om een verhaal te doen van dezelfde strekking: de verrader noemde hij "Foppo, consul Veronensis".


Voetnoten:
1. Belonje verwijst naar Antonius Mattaeus Analecta II, p. 543-545; D.A. Valcooch, Chronijcke van Leeuwenhorn voortijden ontrent der Sijpen (Amsterdam, 1740).

Geraadpleegde bronnen en literatuur:
(Lit. 5, J.W. Groesbeek, p. 214, 215)
(Lit. 8, J. Belonje, p. 15, 16, 38, 39, 51)

[Home]