Middeleeuwse dwangburchten van West-Friesland en Alkmaar
[Home][Kaart][Introductie][English ][Burchten/kastelen chronologie][Overige objecten][Artikelen][Pre-Hollandse periode][Gegevens- en bronnen]

[Terug naar de inhoud overige objecten]     [Home]

Overige gebouwen, sterkten en objecten

Een 13de eeuws versterkt huis in Schoorldam

Een tolhuis of burcht?

(Door Ben Dijkhuis, januari 2016)(Update 19-08-2019)

Inleiding
Het is al zeker meer dan 10 jaar geleden dat P. Alles van het Hollandse Kastelenteam mij op de hoogte bracht van de aanwezigheid van kloostermoppen, op het perceel weiland bij Schoorldam van de eigenaar Jeroen Dekker. Het is bizar dat deze belangrijke vondsten destijds nooit door instanties zijn opgepikt.
In 2010 kwam daarin een keerpunt, maar niet zonder de nodige commotie. Vanwege de aanleg van nieuwe op- en afritten van rijksweg N9, is er ten oosten van de Evendijk een nieuwe bermsloot gegraven die vanaf de Damweg van Schoorldam zuidwaarts liep. Onderzoek van het betreffende gebied leverde de vondst van nog meer kloostermoppen op, waarvan aanwezige archeologen aanvankelijk veronderstelde dat men te maken had met een, met 14e eeuwse stenen dichtgegooide sloot. Men concludeerde dat op een scherfje Badorf na, alle kleiafzettingen homogeen en schoon van materiaal waren. Na een inspectie door archeoloog Frans Diederik van de Archeologische Werkgroep Kop van Noord-Holland werd men verrast door het feit dat het spoor aan gevonden puinresten in werkelijkheid geen sloot, maar een zogenaamde uitbraaksleuf was, met een oorspronkelijk breedte van 1,33 meter. Daarnaast, ca. 26 meter zuidelijker, vond men nog een bredere puinbaan van 1,80 m, doch rijker aan stenen en steenfragmenten.
De sporen werden opgemeten en de stenen werden meegenomen voor verdere determinatie. Daaruit is gebleken dat na vergelijking met de stenen van de noordelijke gelegen kasteel het huis te Nuwendoren, deze als 13de eeuws konden worden gedetermineerd.

Het gebied bij Schoorldam in de situatie van 2005, waarop de eerste vindplaats is aangegeven. Het stuk land is hier nog niet doorsneden door de bermsloot en de nieuwe weg. (Bron: Google Earth)

Nieuw veldonderzoek
Naar aanleiding van deze nieuwe, vooral verrassende bevindingen werd door Frans Diederik, samen met Arthur Griffioen van Hollandia Archeologen een nieuw veldbezoek uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek zijn uiteindelijk vier archeologische sporen geregistreerd: een greppel, de twee hiervoor genoemde uitbraaksleuven en een houten paal (Lit. 187). Het is verbazend dat Jeroen Dekker, die tijdens dit veldbezoek aanwezig was, ook nog eens meldde dat bij het graven van de nieuwe sloot, de aanwezige archeologen de stenen hadden moeten zien liggen. De nieuwe ontdekkingen wekte de verbazing bij de Provincie en de gemeente Bergen omdat niemand van een eventuele archeologische vondst op de hoogte was.
Op circa 3,75m van de zuidelijk uitbraaksleuf vond men nog een greppel, gevuld met klei en steenfragmenten. Dat laatste kan duiden op een veenafgraving, een sloot of zelfs een slotgracht! (Lit. 187) Naast de 11 hele stenen, waarvan is vastgesteld dat deze afmetingen hadden van gemiddeld 29,5 x 14,7 x 6,9 cm, zijn stukjes leisteen voor dakbedekking aangetroffen. Verder vond men Badorfaardewerk (carolingisch) met radstempel, een stukje Andenne (12de-13de eeuw), protosteengoed (13de eeuw) en twee grijze kogelpotten.

Kon hier sprake zijn van een 13de eeuws kasteel of dwangburcht, die de Hollandse graaf en Roomskoning Willem II, de vader van Floris V nabij de Schoorldam liet bouwen? Er werd zelfs gespeculeerd dat er sprake was van een voorloper van de noordelijker gelegen burcht, het huis te Nuwendoren. Ondanks het feit dat de muren hooguit 1,33-1,80 meter dik waren, blijkt de mogelijkheid van een kasteelachtig object echter niet onwaarschijnlijk. In ieder geval moet het formaat van het gebouw behoorlijk robuust zijn geweest. Omdat de uitbraaksleuven, naar mededeling, een krom verloop hadden, bestaat het eveneens het vermoeden dat er mogelijk sprake is van een rond gebouw, hetgeen op een soort kasteel kan wijzen. Misschien voorzien van een slotgracht.
Uit de literatuur blijkt echter dat er sprake zou zijn van een tolhuis, voornamelijk met betrekking tot het innen van de tol van Vroonen.

Linker foto: duidelijke restanten aan de oostzijde van de zuidelijke uitbraaksleuf. Rechter foto: Enkele van de gevonden kloostermoppen. (Foto's zijn door de ontdekker, Frans Diederik vriendelijk ter beschikking gesteld)

Literatuurverwijzingen
In eerste instantie vond men slechts twee, relatief recente verwijzingen naar de restanten van een tolhuis bij Schoorldam, ten oosten van de Evendijk (deze middeleeuwse dijk was ten westen van de veenrivier de Rekere aangelegd). Te beginnen met een vermelding in A.J. van der Aa's Aardrijkskundig Woordenboek (Lit. 186):

"Bewesten Schoorldam wijst men op een hoog stuk land de plaats aan, waar het Tolhuis van Vroonen zoude gestaan hebben, aan de vaart van Vronen naar Petten. In 1331 is de nieuwe vaart van Alkmaar naar Schoorldam gegraven, om die met de vaart op Petten te vereenigen."

Portret van Abraham Jacob van der Aa (1792-1857). Door door A. J. Ehnle.
Portret van Simon Eikelenberg (1663-1738). Anoniem, 1799. Teylers Museum, Haarlem.
Dit soort percelen land, werden reeds door Alkmaarse historicus Simon Eikelenberg gezien. Hij noemde deze Hoge Werven of Hoge Huiswerven (Lit. 180):

"LXXVII Aan de oostzijde van de Reekerdijk [Evendijk], en onmiddellijk aan het Vlek Schoorldam, verheffen zig eenige Akkers hooger dan de Velden die, na 't zuyden en noorden daar neffens leggen: en vervolgens ziet men, van daar, langs de Greb en Tjaarlingsmeiren zig een streek van hoog Weidland, tot aan Warmenhuizen verspreiden..."
"...CXXIII. Weinig zulke hooge Werven vind men in de Ban van S. Pancras, en nog minder in die van Oudorp. CXXIV. Dog veele zoodanige Huiswerven vind men in Westvriesland. En de overlevering, en de algemeene gevoelens, en de Reeden, verzeekeren dat dezelve, voor de bedijking der Meiren, nergens anders om zoo hoog zijn gemaakt om de Woningen, voor de hooge Vloeden, in veiligheid t stellen."

Een zeer opvallende passage vindt men in een artikel van P. Noordeloos in de periodiek 'West-Frieslands Oud en Nieuw' (1959)(Lit. 61) bij het ter sprake brengen van de dwangburchten van Floris V:

"Eenzaam in het noorden van het Geestmerambacht verrees de Enigenburg aan de Zijpe ter controle van de weg naar Schagen. Tenslotte werd nog op de westzijde van de Rekere, maar ten oosten van de Evendijk nabij Schoorldam, op de Hoge Werf de Nyendoorn als bewaker van de noordelijke top van Kennemerland geplaatst."

Deze uitspraak is nogal opvallend, maar eveneens verwarrend, omdat reeds in 1948 de funderingen van het huis te Nuwendoren waren ontdekt, die door voormalige geschiedschrijvers de naam de Eenigenburg had gekregen. Het is onduidelijk waarom Noordeloos de locatie van het huis te Nuwendoren foutief bij Schoorldam plaatste.
Daarentegen gaf Simon Eikelenberg ca. 200 jaar eerder wel de juiste positie van het huis te Nuwendoren, maar abusievelijk onder de naam Eenigenburg (Lit. 158):

"..Voorts digt bij den oostelijksten randt van de Zijp, die, nog onbedijkt, de westzijde van West-Friesland bespoelde, een half uur noordwestelijk van 't dorp Warmenhuijse, op en stede doe Nieuwendoorn geheten, leggen hooge Akkers, daer werdt Eenigenburch neergezet.."

Mogelijk is de bron van van der Aa afkomstig uit de 'Cronyk van de Stad Medenblik' van Dirk Burger van Schoorl (1728)(Lit. 175):

"De wech ofte dyk die noch huiden van Zanegeest afloopt na Schoorel dam toe by de Reekers (dat zyn Lage Landen) langs, ik zegge deze Dyk wort huiden noch genaamd de Evendyk, dat is te zeggen de Haven-dyk, want in die tyd zeide men Even, Heven, tegen een Haven, ook mede leid daar noch een stuk Land bewesten Schooreldam aan deeze voorschreven Even, Heven ofte Haven-dyk, dat zeer hoogh is, waarop de fondamenten noch zyn te vinden van het Tolhuis van Vroonen, want al de Scheepen die bewesten Petten (daar 't Honsbos leid) quamen in zeilen, moesten alhier vertollen, eer dat zy aan de Stad Veroonen quamen, om haar waren aldaar te venten."

Helaas is het niet bekend waar Burger van Schoorl zijn bron vandaan heeft.

Aan de andere kant is het misschien een mogelijkheid dat dit citaat uit de Medemblikker kroniek de oorzaak is van het abuis van Noordeloos door een foutieve interpretatie. Daarbij heeft Noordeloos zich abusievelijk zich laten leiden door een kaart in de Historische Atlas van A.A. Beekman uit 1916. Hier is het huis te Nuwendoren inderdaad foutief bij Schoorldam gesitueerd. (Lit. 202). Zie daarvoor de onderstaande afbeeldingen.

De locatie van het tolhuis die Dirk Burger van Schoorl beschreef, komt redelijk overeen met de locatie waar de muurresten zijn gevonden.

Twee uitsneden van de kaart van A.A. Beekman uit 1916. het huis te Nuwendoren is hier foutief ter hoogte van Schoorl gesitueerd.

"...mede leid daar noch een stuk Land bewesten Schooreldam aan deeze voorschreven Even, Heven ofte Haven-dyk, dat zeer hoogh is, waarop de fondamenten noch zyn te vinden van het Tolhuis van Vroonen...". Artist's impression.

Tolhuis of burcht
Men gaat er vanuit dat de dam in de Rekere bij Schoorl (de 'Schoorldam') rond 1200 is aangelegd. De aanleg van de Rekeredam (nu: Oude Schoorlse Zeedijk) in 1264, zorgde voor bescherming tegen eventuele watervloeden die vanuit de Zijpe het achterliggende gebied kon bereiken. Schoorldam kreeg in dit verband tevens een belangrijke ontsluitingsfunctie, mede gezien dat er ook een sluis en een haventje was.1 Schoorldam speelde daarmee een belangrijke rol voor de af- en aanvoer van goederen. Niet louter voor de aanvoer voor het kasteel het huis te Nuwendoren bij Krabbendam, maar kennelijk ook voor de handel met Vronen.
Een analyse van Hollandia Archeologen in hun rapport toonde aan dat er een bovendien een vaarweg vanaf de sluis bij Schoorldam naar het huis te Nuwendoren bestond (Lit. 124).
De Hollandse graven waren scherp op het bewaken van de vaar- en toegangswegen van en naar West-Friesland. Naast de burchtenbouw langs de West-Friese Omringdijk, die als steunpunten voor deze controle dienden, was het innen van tol een lucratieve bron van inkomsten. Het is daarom niet verwonderlijk dat de aanwezigheid van een tolhuis op diverse plaatsen een rol van betekenis vervulde.
Het zou zomaar kunnen zijn dat de sterkte bij Schoorldam, naast een tolhuis ook een bredere functie ten dienste van de Hollandse graven had. Bijvoorbeeld ter bewaking, hetzij voor andere administratieve zaken. Zuiver hypothetisch geredeneerd bestaat de mogelijkheid dat er een relatie tussen het huis van Schoorldam en het huis te Nuwendoren bestond. Hieruit verder redenerend is het geen gekke gedachte dat het 'Huis' van Schoorldam, misschien een voorloper van het huis te Nuwendoorn was, of misschien zelfs de 'opvolger', nadat het huis te Nuwendoren sinds 1367 aan de zee was prijs gegeven.

Zie ook op www.dwangburchten.nl: Inzake de naam Nuwendoorn.

Fragment van de kaart van Willem Jansz. en Joan Blaeu, Theatrum Orbis Terrarum (>1642). Collectie Universiteit van Utrecht. Hierop zijn de posities van restanten van het 'tolhuis' (rood kruisje) en die van het kasteel Nuwendoorn (blauw kruisje) aangegeven.

Aanvullend onderzoek

In april 2010 is in opdracht van Rijkswaterstaat aanvullend onderzoek gedaan door middel van geofysisch onderzoek. Dit bestond uit grondradarmetingen, uitgevoerd door de firma SARICON (destijds Heerjansdam, nu gevestigd in Sliedrecht). De resultaten en daarmee de conclusies waren niet echt spectaculair te noemen. Hierbij parafraseer ik deze en de aanbevelingen: (Lit. 234)

De kwaliteit van de radardata is matig tot goed te noemen, doch dat neemt niet weg dat de kwaliteit van de radardata door ongunstige veldomstandigheden negatief werd beïnvloed.
Desondanks zijn in de radardata duidelijke reflecties zichtbaar. Ter plaatse van een van de sleuven van Hollandia Archeologen is de puinbaan/uitbraaksleuf nog zichtbaar onder de bouwweg. Eveneens zijn er eerder gedempte sloten duidelijk zichtbaar gemaakt. Men verwacht geen extra informatie bij eventueel geofysisch vervolgonderzoek, men gaat er vanuit dat er geen duidelijke resten van funderingen, uitbraaksleuven en puinbanen aanwezig zijn, naast hetgeen al aangetoond is.


Voetnoten:
1.. Met betrekking tot de aanzet van de Loonse oorlog (1203-1206) verwijst Ronald de Graaf naar twee bronnen, de Annales Egmundenses (Annalen van Egmond) en de 'Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Holland' van Johannes de Beke. Toen Willem, de broer van Dirk VII (11e graaf van Holland), hoorde van de dood van zijn broer, vertrok hij vanuit Oost-Friesland en landde met zijn schip aan de Zijpe.

In de Annales Egmundenses werd dit voor het jaar 1203 als volgt omschreven:

"Wilhelmus qui in Orientali Fresia morabatur, a fratre sibi concessa, obitu fratris cognito festinanter occurrit ad locum qui decitur Sipe...."

"Toen Willem, die in Oost-Friesland verbleef, dat van zijn broer was verleend, hoorde hij van de dood van zijn broer kwam hij haastig over naar de Zijpe..." (Lit. 203)

Een vergelijkbare tekst, staat in de 'Croniken van den Stichte van Utrecht ende van Hollant'. Deze vertaling bevat bovendien het woord 'haven':

"In desen vernam grave Willam van Oestvrieslant, dat sijn broeder doot was, ende quam in ene haven dattie Zipe hiet, harde rouwich ende en mochte gheen gheleide crighen, dat hi sonder anxt tot sijns broeder grave comen mochte."(Lit. 88)

Volgens deze teksten, was er dus een haven aan de Zijpe, waar Willem met zijn schip aanlandde. Dat dit betrekking zou hebben op een haven in Schoorldam lijkt mij qua tekst niet direct voor de hand liggend.

Geraadpleegde literatuur:
(Lit. 12, R. de Graaf, p. 240)
(Lit. 61, P. Noordeloos, p. 53)
(Lit. 88, H. Bruch, p. 99)
(Lit. 124 G. van den Berg, p. 17, 18)
(Lit. 158, S. Eikelenberg, p. 93)
(Lit. 175, D. Burger van Schoorl, p. 79, 80)
(Lit. 180, S. Eikelenberg, p. 19, 30)
(Lit. 183, F. Diederik, p.3)
(Lit. 184, F. Diederik, p. 23)
(Lit. 185, A. Griffioen, p. 10, 11)
(Lit. 186, A.J. van der Aa, deel 10, p. 278,279)
(Lit. 187, A. Griffioen)
(Lit. 202, A.A. Beekman)
(Lit. 203, M. Gumbert-Hepp, J.P. Gumbert, p. 307)
(Lit. 234 ,F. van den Oever, F.G.J. Barink; p. 12)
Diverse nieuwssites van Noord-Hollad 14 juni 2012, nu dode links.


[Home]